pauzeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: pau-ze-ren
1. ergens kort mee stoppen
♢ we pauzeren om 10 uur voor de koffie
Regelmatig werkwoord: pau-ze-ren
ik pauzeer
jij/u pauzeert
hij/zij pauzeert
wij/zij/jullie pauzeren
ik/jij/u/hij/zij pauzeerde
wij/zij/jullie pauzeerden
hij heeft gepauzeerd
pauzerend, pauzerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
pauzeren
betekenis & definitie