paprika - zelfstandig naamwoord
uitspraak: pa-pri-ka
1. rode, gele, of groene vrucht met binnenin rijen witte zaadjes
♢ als groenten eten we vandaag paprika en tomaat
Zelfstandig naamwoord: pa-pri-ka
de paprika
de paprika's
het paprikaatje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk