overplaatsen - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-plaat-sen
1. op een andere plaats zijn werk laten doen
♢ meneer Holsteijn is overgeplaatst naar een ander kantoor
Regelmatig werkwoord: o-ver-plaat-sen
ik plaats over (... ik overplaats)
jij/u plaatst over (... jij overplaatst)
hij/zij plaatst over (... hij overplaatst)
wij/zij/jullie plaatsen over (... wij overplaatsen)
ik/jij/u/hij/zij plaatste over (... ik overplaatste)
wij/zij/jullie plaatsten over (... wij overplaatsten)
hij heeft overgeplaatst
de/het/een overgeplaatste ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
overplaatsen
betekenis & definitie