overhoren - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-ho-ren
1. controleren of iemand het goed geleerd heeft
♢ toen vader hem overhoorde bleek dat hij de hoofdsteden goed kende
Regelmatig werkwoord: o-ver-ho-ren
ik overhoor
jij/u overhoort
hij/zij overhoort
wij/zij/jullie overhoren
ik/jij/u/hij/zij overhoorde
wij/zij/jullie overhoorden
hij heeft overhoord
de/het/een overhoorde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
overhoren
betekenis & definitie