Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

opsturen

betekenis & definitie

opsturen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-stu-ren

1. zorgen dat het ergens komt
ik zal de foto's aan je opsturen

Regelmatig werkwoord: op-stu-ren
ik stuur op (... ik opstuur)
jij/u stuurt op (... jij opstuurt)
hij/zij stuurt op (... hij opstuurt)
wij/zij/jullie sturen op (... wij opsturen)
ik/jij/u/hij/zij stuurde op (... ik opstuurde)
wij/zij/jullie stuurden op (... wij opstuurden)
hij heeft opgestuurd
de/het/een opgestuurde ....

Synoniemen
insturen, inzenden, sturen, toesturen, toezenden, zenden

Tegenstellingen
binnenkrijgen, incasseren, krijgen, ontvangen, verkrijgen