Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

opsluiten

betekenis & definitie

opsluiten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: op-slui-ten

1. hem in een dichte afgesloten ruimte zetten
♢ de dief werd in de gevangenis opgesloten
2. opsluiten op een politiebureau of in de gevangenis
♢ ?

Onregelmatig werkwoord: op-slui-ten
ik sluit op (... ik opsluit)
jij/u sluit op (... jij opsluit)
hij/zij sluit op (... hij opsluit)
wij/zij/jullie sluiten op (... wij opsluiten)
ik/jij/u/hij/zij sloot op (... ik opsloot)
wij/zij/jullie sloten op (... wij opsloten)
hij heeft opgesloten
de/het/een opgesloten ....

Synoniemen
detineren, gevangennemen, insluiten, vastzetten

Tegenstellingen
ontkomen, ontsnappen, ontspringen, ontvluchten, uitbreken, wegkomen

< >