oplossen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-los-sen
1. er een goed antwoord op vinden
♢ heb jij de puzzel opgelost?
2. in een vloeistof opnemen
♢ je kunt suiker in thee oplossen
Regelmatig werkwoord: op-los-sen
ik los op (... ik oplos)
jij/u lost op (... jij oplost)
hij/zij lost op (... hij oplost)
wij/zij/jullie lossen op (... wij oplossen)
ik/jij/u/hij/zij loste op (... ik oploste)
wij/zij/jullie losten op (... wij oplosten)
hij heeft opgelost
de/het/een opgeloste ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk