Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

onverwacht

betekenis & definitie

onverwacht - bijwoord, bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-ver-wacht

1. snel, terwijl het niet verwacht werd
♢ onverwacht stond hij voor mijn neus
1. een onverwachte meevaller
[een die je niet verwacht had]

Bijwoord: on-ver-wacht
Bijvoeglijk naamwoord: on-ver-wacht
... is onverwachter dan ...
het onverwachtst
de/het onverwachte ...
iets onverwachts

Synoniemen
eensklaps, ineens, onverhoeds, onverwachts, opeens, plots, plotseling, schielijk

Tegenstellingen
allengs, gaandeweg, geleidelijk, langzamerhand, lieverlee, stapvoets