onverenigbaar - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-ver-e-nig-baar
1. niet te verenigen, niet tegelijk uit te voeren
♢ zij vindt vijf kinderen onverenigbaar met een baan
Bijvoeglijk naamwoord: on-ver-e-nig-baar
de/het onverenigbare ...
iets onverenigbaars
Tegenstellingen
compatibel
Gepubliceerd op 14-11-2017
onverenigbaar
betekenis & definitie