nivelleren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ni-vel-le-ren
1. de verschillen kleiner maken
♢ de regering heeft de inkomens genivelleerd
Regelmatig werkwoord: ni-vel-le-ren
ik nivelleer
jij/u nivelleert
hij/zij nivelleert
wij/zij/jullie nivelleren
ik/jij/u/hij/zij nivelleerde
wij/zij/jullie nivelleerden
hij heeft genivelleerd
de/het/een genivelleerde ....
nivellerend, nivellerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
nivelleren
betekenis & definitie