nimmer - bijwoord
uitspraak: nim-mer
1. op geen enkel tijdstip
♢ hij heeft me nimmer gewaarschuwd
Bijwoord: nim-mer
Synoniemen
nooit
Tegenstellingen
aanhoudend, aldoor, almaar, alsmaar, altijd, constant, onveranderlijk, steeds, voortdurend
Gepubliceerd op 14-11-2017
nimmer
betekenis & definitie