nationaal - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: na-ti-o-naal
1. van alle inwoners van een bepaald land
♢ Koninginnedag is een nationale feestdag
1. het nationale inkomen
[waarde van de geproduceerde goederen]
2. een nationaal kabinet
[waarin alle grote partijen vertegenwoordigd zijn]
Bijvoeglijk naamwoord: na-ti-o-naal
de/het nationale ...
iets nationaals
Gepubliceerd op 14-11-2017
nationaal
betekenis & definitie