kreuken - regelmatig werkwoord
uitspraak: kreu-ken
1. ergens ongewenste vouwen in maken of krijgen
♢ haar linnen rokje was erg gekreukt
Regelmatig werkwoord: kreu-ken
ik kreuk
jij/u kreukt
hij/zij kreukt
wij/zij/jullie kreuken
ik/jij/u/hij/zij kreukte
wij/zij/jullie kreukten
hij heeft of is gekreukt
de/het/een gekreukte ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk