krabbelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: krab-be-len
1. snel en slordig opschrijven of tekenen
♢ zij krabbelde een schets op het papier
2. met de nagels of met een scherp voorwerp ergens overheen gaan
♢ hij krabbelde zich op het hoofd
3. steeds vallen en weer opstaan
♢ de kinderen krabbelen op het ijs
Regelmatig werkwoord: krab-be-len
ik krabbel
jij/u krabbelt
hij/zij krabbelt
wij/zij/jullie krabbelen
ik/jij/u/hij/zij krabbelde
wij/zij/jullie krabbelden
hij heeft gekrabbeld
de/het/een gekrabbelde ....
krabbelend, krabbelende
Synoniemen
krabben
Gepubliceerd op 14-11-2017
krabbelen
betekenis & definitie