klussen - regelmatig werkwoord
uitspraak: klus-sen
1. karweitjes en kleine reparaties uitvoeren
♢ opa komt af en toe klussen bij ons thuis
Regelmatig werkwoord: klus-sen
ik klus
jij/u klust
hij/zij klust
wij/zij/jullie klussen
ik/jij/u/hij/zij kluste
wij/zij/jullie klusten
hij heeft geklust
Gepubliceerd op 14-11-2017
klussen
betekenis & definitie