Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

kloppen

betekenis & definitie

kloppen - regelmatig werkwoord
uitspraak: klop-pen

1. een bonzend of tikkend geluid maken
er klopt iemand op de deur
1. mijn hart klopt
[ik voel het samentrekken en weer ontspannen]
2. slagroom kloppen
[die stijf slaan]
2. juist zijn
♢ de rekening klopt
1. er klopt iets niet
[er is iets niet logisch]
2. dat klopt
[dat is juist]
3. de beste zijn, de meeste punten halen
♢ in de laatste wedstrijd werden we geklopt

Regelmatig werkwoord: klop-pen
ik klop
jij/u klopt
hij/zij klopt
wij/zij/jullie kloppen
ik/jij/u/hij/zij klopte
wij/zij/jullie klopten
hij heeft geklopt
de/het/een geklopte ....
kloppend, kloppende

Synoniemen
pulseren, rijmen, verslaan, winnen, zegevieren

Tegenstellingen
verliezen