klinisch - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: kli-nies
1. wat met een kliniek te maken heeft
♢ de klinische praktijk is dat deze ziekte genezen kan worden
1. klinisch dood zijn
[geen hartslag en ademhaling meer hebben]
2. afstandelijk, zonder emoties
♢ zijn aanpak is nogal klinisch
3. wat met het ontdekken van ziekteverschijnselen te maken heeft
♢ de arts verricht een klinisch onderzoek
1. de patiënt is klinisch dood
[ademhaling en hart zijn gestopt]
Bijvoeglijk naamwoord: kli-nies
de/het klinische ...
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk