Wat is de betekenis van Klinisch?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klinisch

klinisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) direct voor de arts (hulpverlener) zichtbaar 2. betreffende patiëntenonderzoek 3. betreffende een kliniek 4. afstandelijk Woordherkomst afgeleid van kliniek met het achtervoegsel -isch

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klinisch

klinisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: kli-nies 1. wat met een kliniek te maken heeft ♢ de klinische praktijk is dat deze ziekte genezen kan worden 1. klinisch dood zijn [geen hartslag en adem...

2024-04-16
Inleiding in de counselling

Drs. Markus van Alphen (2016)

Klinisch

betreft (het veranderen van) abnormaal, afwijkend of problematisch gedrag.

2024-04-16
Diagnostische vaardigheden termen

Markus van Alphen (2014)

Klinisch

Klinisch - betreft (het veranderen van) abnormaal, afwijkend of problematisch gedrag.

2024-04-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Klinisch

[Gr. klinikos] met geneeskundige betrekking op bedlegerige zieken.

2024-04-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Klinisch

op de kliniek betrekking hebbend; emotieloos

2024-04-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Klinisch

wat verband houdt met onderwijs en behandeling in een kliniek.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klinisch

bn., op de of een kliniek betrekking hebbend, daar plaats vindend, daarvoor bestemd enz.: klinisch onderricht; het klinisch laboratorium.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

klinisch

geneeskundig, vooral in verband met bedlegerige zieken; ~e les, v. geneeskundige les bij het ziekbed; ~e school, v. school, waar men de ziekten aan het ziekbed zelf leert kennen.