inzage - zelfstandig naamwoord
uitspraak: in-za-ge
1. het bekijken, het inzien
♢ wij vroegen inzage in het kasboek
1. ter inzage hebben
[om te bekijken]
Zelfstandig naamwoord: in-za-ge
de inzage
Gepubliceerd op 14-11-2017
inzage
betekenis & definitie