invliegen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: in-vlie-gen
1. door vliegen ergens binnenkomen of iets binnenbrengen
♢ mango's worden vaak ingevlogen vanuit Peru
Onregelmatig werkwoord: in-vlie-gen
ik vlieg in (... ik invlieg)
jij/u vliegt in (... jij invliegt)
hij/zij vliegt in (... hij invliegt)
wij/zij/jullie vliegen in (... wij invliegen)
ik/jij/u/hij/zij vloog in (... ik invloog)
wij/zij/jullie vlogen in (... wij invlogen)
hij heeft ingevlogen
de/het/een ingevlogen ....
invliegend, invliegende
Gepubliceerd op 14-11-2017
invliegen
betekenis & definitie