inventariseren - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-ven-ta-ri-se-ren
1. er een lijst van maken
♢ we inventariseerden welke spullen nodig waren voor het kamp
2. opsommen van de dingen die je moet doen
♢ de timmerman inventariseerde de werkzaamheden
Regelmatig werkwoord: in-ven-ta-ri-se-ren
ik inventariseer
jij/u inventariseert
hij/zij inventariseert
wij/zij/jullie inventariseren
ik/jij/u/hij/zij inventariseerde
wij/zij/jullie inventariseerden
hij heeft geïnventariseerd
de/het/een geïnventariseerde ....
inventariserend, inventariserende
Gepubliceerd op 14-11-2017
inventariseren
betekenis & definitie