inboorling - zelfstandig naamwoord
uitspraak: in-boor-ling
1. lid van een stam die in de wildernis leeft
♢ plotseling kwam er een inboorling uit het woud
Zelfstandig naamwoord: in-boor-ling
de inboorling
de inboorlingen
het inboorlingetje
Gepubliceerd op 14-11-2017
inboorling
betekenis & definitie