impliciet - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: im-pli-ciet
1. wat erin besloten ligt
♢ hij heeft impliciet toegegeven dat hij het gedaan heeft
2. zonder dat het met zoveel woorden gezegd wordt
♢ met die zin laat Ramon impliciet merken hoe hij erover denkt
Bijvoeglijk naamwoord: im-pli-ciet
... is implicieter dan ...
de/het impliciete ...
Tegenstellingen
degelijk, duchtig, expliciet, nadrukkelijk, uitdrukkelijk
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk