ijskoud

betekenis & definitie

ijskoud - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ijs-koud

1. zonder gevoel of hartelijkheid
♢ het was een ijskoude ontvangst
2. heel erg koud
♢ je handen voelen ijskoud aan

Bijvoeglijk naamwoord: ijs-koud
de/het ijskoude ...
iets ijskouds

Synoniemen
effen, ijzig, kil, koel, koud

Tegenstellingen
affectief, emotioneel, kokend