Wat is de betekenis van ijskoud?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ijskoud

(1900-1950) uitroep wanneer iemand een sterk verhaal heeft verteld. • IJSKOUD!: uitroep uit het tijdvak 1900-1950, gebruikt als iemand met een stalen gezicht een sterk verhaal vertelde. (het Vrije Volk, 25/09/1989)

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ijskoud

ijskoud - Bijvoeglijk naamwoord 1. (intensief) bijzonder koud, zo koud als ijs Hij was bang in het ijskoude water te vallen. 2. (figuurlijk), (intensief) onverstoorbaar, geheel rustig onder spanning Hij bleef er ijskoud onder. Woordherkomst...

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

ijskoud

onverliesbaar

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ijskoud

ijskoud - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ijs-koud 1. zonder gevoel of hartelijkheid ♢ het was een ijskoude ontvangst 2. heel erg koud ♢ je handen voelen ijskoud aan Bijvoeglijk naam...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ijskoud

adj., iis-, stien-, trochkâld.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ijskoud

I bn., 1. zo koud als ijs : mijn handen zijn ijskoud; 2. (fig.) uiterst onhartelijk, hoogst ongevoelig ; een ijskoude ontvangst; hij bleef ijskoud ; II. bw., (gemeenz.) zo maar, alsof het vanzelf spreekt, onverstoorbaar : hij bleef ijskoud zitten; ze zetten je ijskoud op straat.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ijskoud

bn., bw. (zo koud als ijs; fig. zeer ongevoelig, onhartelijk): ijskoud water; fig. een ijskoude blik; op een ijskoude toon spreken, zonder enig medelijden.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ijskoud

bn. en bw. 1. zo koud als ijs : water. Tgst. stikheet. 2. uiterst onhartelijk. ongevoelig: een -e ontvangst; op -e toon.