homoseksueel - zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ho-mo-sek-su-eel
1. wie zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht
♢ in deze kroeg komen veel homoseksuelen
Zelfstandig naamwoord: ho-mo-sek-su-eel
de homoseksueel
de homoseksuelen
Bijvoeglijk naamwoord: ho-mo-sek-su-eel
Synoniemen
homo, homofiel, homoseksueel, lesbisch
Tegenstellingen
hetero, heteroseksueel
Gepubliceerd op 14-11-2017
homoseksueel
betekenis & definitie