gros - zelfstandig naamwoord
1. het grootste aantal ervan
♢ het gros van de bezoekers was tevreden
2. 12 dozijn, 144 stuks
♢ de winkelier kocht een gros zonnebrillen bij de groothandel
Zelfstandig naamwoord: gros
het gros
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk