grijzen - regelmatig werkwoord
uitspraak: grij-zen
1. grijs worden
♢ mijn haar begint al te grijzen
Regelmatig werkwoord: grij-zen
ik grijs
jij/u grijst
hij/zij grijst
wij/zij/jullie grijzen
ik/jij/u/hij/zij grijsde
wij/zij/jullie grijsden
hij is gegrijsd
de/het/een gegrijsde ....
grijzend, grijzende
Gepubliceerd op 14-11-2017
grijzen
betekenis & definitie