graf - zelfstandig naamwoord
1. kuil waarin een dode begraven wordt
♢ het graf van mijn vader is naast de kerk
1. je eigen graf graven
[je eigen ondergang veroorzaken]
2. zwijgen als het graf
[helemaal niets zeggen]
3. met een been in het graf staan
[niet lang meer te leven hebben]
4. je eigen graf graven
[je positie onmogelijk maken]
5. iemand het graf in prijzen
[overdreven veel lof toezwaaien]
6. over zijn graf heen regeren
[macht uitoefenen na zijn dood]
7. van de wieg tot het graf
[het hele leven]
8. zwijgen als het graf
[een geheim niet verraden]
Zelfstandig naamwoord: graf
het graf
de graven
het grafje
Synoniemen
groeve
Gepubliceerd op 14-11-2017
graf
betekenis & definitie