gorgelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: gor-ge-len
1. vloeistof achteri n je keel laten borrelen
♢ hij spoelt zijn keel door te gorgelen
Regelmatig werkwoord: gor-ge-len
ik gorgel
jij/u gorgelt
hij/zij gorgelt
wij/zij/jullie gorgelen
ik/jij/u/hij/zij gorgelde
wij/zij/jullie gorgelden
hij heeft gegorgeld
gorgelend, gorgelende
Gepubliceerd op 14-11-2017
gorgelen
betekenis & definitie