gondel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: gon-del
1. lichte, lange boot die aan de uiteinden puntig omhoog loopt
♢ we lieten ons in Venetië per vondel overvaren
2. cabine van een kabelbaan
♢ we gingen met 30 personen in een gondel naar boven
3. hangende werkbak voor glazenwassers
♢ in dit gebouw worden de ramen gewassen door glazenwassers in een gondel
Zelfstandig naamwoord: gon-del
de gondel
de gondels
het gondeltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
gondel
betekenis & definitie