gehucht - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-hucht
1. een aantal bij elkaar staande huizen
♢ Noordeinde is een gehucht in de buurt van De Rijp
Zelfstandig naamwoord: ge-hucht
het gehucht
de gehuchten
het gehuchtje
Gepubliceerd op 14-11-2017
gehucht
betekenis & definitie