gedijen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ge-dij-en
1. zich goed ontwikkelen, goed groeien
♢ deze baby gedijt goed
1. gestolen goed gedijt niet
[als je iets steelt, heb je daar niet veel plezier van]
Regelmatig werkwoord: ge-dij-en
ik gedij
jij/u gedijt
hij/zij gedijt
wij/zij/jullie gedijen
ik/jij/u/hij/zij gedijde
wij/zij/jullie gedijden
hij heeft gedijd
gedijend, gedijende
Synoniemen
tieren
Tegenstellingen
kwijnen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk