geboren - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-bo-ren
1. ter wereld gekomen
♢ hij is geboren in Suriname
1. hij is daar geboren en getogen
[geboren en opgegroeid]
2. een geboren metselaar
[een erg goede metselaar]
3. als het kindje is geboren, is de smaak van de kool verloren (TB)
[hebben vrouwen geen zin meer in seks]
Bijvoeglijk naamwoord: ge-bo-ren
Tegenstellingen
ongeboren
Gepubliceerd op 14-11-2017
geboren
betekenis & definitie