erom - voornaamwoordelijk bijwoord
uitspraak: er-om
1. om wat je noemt of bedoelt
♢ hier is het pakje, doe die strik erom
1. wat geef je erom
[wat kan het je schelen]
2. denk je erom?
[vergeet je het niet?]
3. denk erom!
[pas op!]
4. ik lach erom
[ik trek me er niets van aan]
5. het erom doen
[het expres doen]
6. hij vraagt erom
[hij krijgt zijn verdiende loon]
Voornaamwoordelijk bijwoord: er-om
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk