erom
erom - Voornaamwoordelijk bijwoord (scheidbaar) 1. persoonlijk *om+het, *om+ze: om de reden, ♢ Hij heeft het erom gedaan. ♢ Hij probeerde een 1 aprilgrap uit te halen, maar niemand moest erom lachten. ♢ Het g...
Wiktionary (2019)
erom - Voornaamwoordelijk bijwoord (scheidbaar) 1. persoonlijk *om+het, *om+ze: om de reden, ♢ Hij heeft het erom gedaan. ♢ Hij probeerde een 1 aprilgrap uit te halen, maar niemand moest erom lachten. ♢ Het g...
Muiswerk Educatief (2017)
erom - voornaamwoordelijk bijwoord uitspraak: er-om 1. om wat je noemt of bedoelt ♢ hier is het pakje, doe die strik erom 1. wat geef je erom [wat kan het je schelen] ...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
voornaamwoordelijk bw., 1. om het genoemde of bedoelde (zich bevindend, bewegend enz.): een tuin met een schutting —; de spil met het wiel dat — draait; 2. wat geef ik —?, wat is het me waard, of: wat kan het me schelen?; 3. ter aanduiding van een object van denken of voelen: denk je —?, vergeet je het niet?; denk -!, als...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: