eenzaam - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: een-zaam
1. situatie waarin andere mensen zich niet om je bekommeren
♢ ze krijgen nooit bezoek, ze zijn eenzaam
1. een eenzaam avontuur
[iets wat je helemaal alleen moet doen]
2. op eenzame hoogte
[zo goed dat niemand met je kan concurreren]
3. eenzame opsluiting
[alleen in een cel]
2. stil en verlaten
♢ we wandelden langs het eenzame strand
Bijvoeglijk naamwoord: een-zaam
... is eenzamer dan ...
het eenzaamst
de/het eenzame ...
iets eenzaams
Tegenstellingen
druk, roerig
Gepubliceerd op 14-11-2017
eenzaam
betekenis & definitie