drijven

betekenis & definitie

drijven - onregelmatig werkwoord
uitspraak: drij-ven

1. in een vloeistof aan de oppervlakte blijven
♢ de houten plank dreef in de sloot
2. hem ergens heen jagen
♢ de politie dreef de demonstranten het centrum uit
3. hem ertoe aanzetten
♢ wat drijft jou ertoe zo onaardig te zijn?

Algemene uitdrukkingen:
1. handel drijven
[iets kopen en verkopen]
Onregelmatig werkwoord: drij-ven
ik drijf
jij/u drijft
hij/zij drijft
wij/zij/jullie drijven
ik/jij/u/hij/zij dreef
wij/zij/jullie dreven
hij heeft gedreven
de/het/een gedreven ....
drijvend, drijvende