drempel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: drem-pel
1. kleine verhoging waarop een deur aan de onderzijde sluit
♢ zij duwde de rolstoel over de drempel van de woning
1. bij iemand de drempel plat lopen
[er vaak komen]
2. hij komt niet bij mij over de drempel
[hij komt mijn huis niet in]
3. op de drempel van een nieuwe tijd etc.
[aan het begin ervan]
2. ondiepte in de mond van een rivier
♢ het schip werd over de drempel gehesen
3. wat iets tegenhoudt of hindert
♢ toen Laetitia eenmaal over die drempel heen was, kwam ze helemaal los
Zelfstandig naamwoord: drem-pel
de drempel
de drempels
het drempeltje
Synoniemen
barrière, belemmering, beletsel, hindernis, obstakel
Gepubliceerd op 14-11-2017
drempel
betekenis & definitie