dotteren

betekenis & definitie

dotteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: dot-te-ren

1. een vernauwde slagader oprekken met een ballonnetje
♢ sinds mijn vader gedotterd is, is hij niet meer benauwd

Regelmatig werkwoord: dot-te-ren
ik dotter
jij/u dottert
hij/zij dottert
wij/zij/jullie dotteren
ik/jij/u/hij/zij dotterde
wij/zij/jullie dotterden
hij heeft of is gedotterd
de/het/een gedotterde ....