doorleven - regelmatig werkwoord
uitspraak: door-le-ven
1. laten of blijven leven
♢ opa wil nog een tijdje doorleven
Regelmatig werkwoord: door-le-ven
ik leef door (... ik doorleef)
jij/u leeft door (... jij doorleeft)
hij/zij leeft door (... hij doorleeft)
wij/zij/jullie leven door (... wij doorleven)
ik/jij/u/hij/zij leefde door (... ik doorleefde)
wij/zij/jullie leefden door (... wij doorleefden)
hij heeft doorgeleefd
de/het/een doorgeleefd ....
doorlevend, doorlevende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk