doorbraak - zelfstandig naamwoord
uitspraak: door-braak
1. het stuk- of openbreken
♢ er was een dijkdoorbraak in Wilnis
2. plotseling plaatsvinden wat al lang werd verwacht
♢ die hit betekende een doorbraak voor Borsato
Zelfstandig naamwoord: door-braak
de doorbraak
de doorbraken
het doorbraakje
Gepubliceerd op 14-11-2017
doorbraak
betekenis & definitie