dirigeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: di-ri-ge-ren
1. een koor of orkest leiden
♢ hij dirigeerde het orkest met grote bewegingen
Regelmatig werkwoord: di-ri-ge-ren
ik dirigeer
jij/u dirigeert
hij/zij dirigeert
wij/zij/jullie dirigeren
ik/jij/u/hij/zij dirigeerde
wij/zij/jullie dirigeerden
hij heeft gedirigeerd
de/het/een gedirigeerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
dirigeren
betekenis & definitie