dimmen - regelmatig werkwoord
uitspraak: dim-men
1. lampen minder fel laten schijnen
♢ je moet je licht dimmen als er een tegenligger komt
2. rustigaan doen, kalmeren
♢ hé, dim eens een beetje!
Regelmatig werkwoord: dim-men
ik dim
jij/u dimt
hij/zij dimt
wij/zij/jullie dimmen
ik/jij/u/hij/zij dimde
wij/zij/jullie dimden
hij heeft gedimd
de/het/een gedimde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
dimmen
betekenis & definitie