cyclus - zelfstandig naamwoord
uitspraak: cy-clus
1. wat in een kring rondgaat en zich steeds herhaalt
♢ de opeenvolging van de jaargetijden is een cyclus
Zelfstandig naamwoord: cy-clus
de cyclus
de cycli of cyclussen
het cyclusje
Gepubliceerd op 14-11-2017
cyclus
betekenis & definitie