commune - zelfstandig naamwoord
uitspraak: com-mu-ne
1. groep mensen die samenwoont en alle bezittingen met elkaar deelt
♢ hij woonde 7 jaar in een commune en had in die periode niet alleen seks met zijn eigen vrouw
Zelfstandig naamwoord: com-mu-ne
de commune
de communes
Gepubliceerd op 14-11-2017
commune
betekenis & definitie