brutowinst - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bru-to-winst
1. winst die overblijft als je de inkoopkosten van de omzet aftrekt
♢ er is in dit bedrijf een aanzienlijke brutowinst gemaakt
Zelfstandig naamwoord: bru-to-winst
de brutowinst
de brutowinsten
het brutowinstje
Gepubliceerd op 14-11-2017
brutowinst
betekenis & definitie