brugpieper - zelfstandig naamwoord
uitspraak: brug-pie-per
1. leerling die in de brugklas zit
♢ onze Dobert is volgend jaar een brugpieper
Zelfstandig naamwoord: brug-pie-per
de brugpieper
de brugpiepers
het brugpiepertje
Synoniemen
brugklasser, brugmug, brugsmurf
Gepubliceerd op 14-11-2017
brugpieper
betekenis & definitie