bouwpakket - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bouw-pak-ket
1. doos met onderdelen waar men zelf een apparaat mee kan samenstellen
♢ dit is een bouwpakket voor het maken van een vliegtuigje
Zelfstandig naamwoord: bouw-pak-ket
het bouwpakket
de bouwpakketten
het bouwpakketje
Synoniemen
bouwdoos
Gepubliceerd op 14-11-2017
bouwpakket
betekenis & definitie