bond - zelfstandig naamwoord
1. vereniging van mensen met hetzelfde doel
♢ de bond van fietsers wil betere fietspaden
1. naar de bond stappen
[een beroep op de vakbond doen]
Zelfstandig naamwoord: bond
de bond
de bonden
het bondje
Gepubliceerd op 14-11-2017
bond
betekenis & definitie